RAID
RAID staat voor Redundant Array of Independent Disks. Met RAID worden twee of meerdere harde schijven gebruikt om een systeem te bouwen dat tegen fouten bestand is en/of hoge data doorvoersnelheden levert. Dit wordt gedaan door de harde schijven op een bepaalde manier aan elkaar te koppelen met een RAID controller.
RAID 0 STRIPING
Hierbij worden minimum twee harde schijven van identieke grootte en merk aan elkaar gekoppeld op de RAID controller. De data wordt gelijkmatig over de twee schijven verspreid, de computer ziet maar één harde schijf en niet de twee die op de RAID controller zijn aangesloten. De lees en schrijfsnelheid wordt verdubbeld en de capaciteit van de harde schijven samen blijft behouden. Het nadeel is als er 1 schijf stuk gaat alle gegevens weg zijn
RAID 1 MIRRORING
Hierbij worden twee harde schijven gebruikt die altijd exact dezelfde data bevatten. De ene harde schijf is dus een spiegelbeeld (mirror = spiegel) van de andere. De computer ziet net als bij RAID 0 maar 1 schijf. Deze configuratie biedt de veiligheid dat als er een harde schijf stuk gaat, er gewoon verder gewerkt kan worden. De computer draait door op de tweede schijf. RAID 1 levert geen snelheidswinst op en de totale capaciteit is de grootte van 1 schijf.
RAID 0 + 1 STRIPING EN MIRRORING
Dit is een combinatie van de twee bovenstaande RAID oplossingen. Het nadeel is dat hiervoor minimaal 4 schijven nodig zijn. Bijvoorbeeld 2 maal striping en 2 maal mirroring, dit geeft een snel én fault-tolerant systeem. De opslagcapaciteit bij 4 schijven is de grootte van 2 schijven opgeteld
RAID 5 STRIPING WITH DISTRIBUTED PARITY
Hierbij worden drie of meer harde schijven gebruikt. Met RAID 5 wordt geen exacte kopie geschreven naar alle schijven, maar de gegevens gelijkmatig verdeeld en wordt er extra informatie bijgehouden (parity) waarmee de gegevens zijn te herconstrueren wanneer er een harde schijf stuk gaat. Voordeel minder schijven nodig dan RAID 0 + 1 backup bijna net zogoed als RAID 0 + 1 en sneller dan een enkele schijf.